De of het zuur?
Het zuur
Is het de of het zuur
In de Nederlandse taal gebruiken wij het zuur.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: acid
Deutsch: Säure | Bekijk of het der of die Säure is.
Français: acide | Bekijk of het Le o La acide is.
Jou of jouw: jouw zuur
Buigings-e:
Mooi of mooie zuur
Groot of grote zuur
Half of halve zuur
Grappig of grappige zuur
Leeg of lege zuur
leuk of leuke zuur
Vet of vette zuur
Snel of snelle zuur
Wit of witte zuur
Klein of kleine zuur
Rood of rode zuur
Dik of dikke zuur
Oud of oude zuur
Goed of goede zuur
Wat rijmt er op zuur
Elk of elke: Elk zuur
Aanwijzend voornaamwoord: Dat zuur
Bezittelijk voornaamwoord: Ons zuur
Wat rijmt er op zuur
zuringzuur - carbonzuur - citroenzuur -
Buigings-e:
Mooi of mooie zuur
Groot of grote zuur
Half of halve zuur
Grappig of grappige zuur
Leeg of lege zuur
leuk of leuke zuur
Vet of vette zuur
Snel of snelle zuur
Wit of witte zuur
Klein of kleine zuur
Rood of rode zuur
Dik of dikke zuur
Oud of oude zuur
Goed of goede zuur
Wat rijmt er op zuur
Elk of elke: Elk zuur
Aanwijzend voornaamwoord: Dat zuur
Bezittelijk voornaamwoord: Ons zuur
Wat rijmt er op zuur
zuringzuur - carbonzuur - citroenzuur -
Oefening van de dag