De of het activiteitenagenda?
De activiteitenagenda
Is het de of het activiteitenagenda
In de Nederlandse taal gebruiken wij de activiteitenagenda.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: activities agenda
Deutsch: Aktivitäten Agenda | Bekijk of het der of die Aktivitäten Agenda is.
Français: activités ordre du jour | Bekijk of het Le o La activités ordre du jour is.
Jou of jouw: jouw activiteitenagenda
Buigings-e:
Mooi of mooie activiteitenagenda
Groot of grote activiteitenagenda
Half of halve activiteitenagenda
Grappig of grappige activiteitenagenda
Leeg of lege activiteitenagenda
leuk of leuke activiteitenagenda
Vet of vette activiteitenagenda
Snel of snelle activiteitenagenda
Wit of witte activiteitenagenda
Klein of kleine activiteitenagenda
Rood of rode activiteitenagenda
Dik of dikke activiteitenagenda
Oud of oude activiteitenagenda
Goed of goede activiteitenagenda
Wat rijmt er op activiteitenagenda
Elk of elke: Elke activiteitenagenda
Aanwijzend voornaamwoord: Die activiteitenagenda
Bezittelijk voornaamwoord: Onze activiteitenagenda
Wat rijmt er op activiteitenagenda
Buigings-e:
Mooi of mooie activiteitenagenda
Groot of grote activiteitenagenda
Half of halve activiteitenagenda
Grappig of grappige activiteitenagenda
Leeg of lege activiteitenagenda
leuk of leuke activiteitenagenda
Vet of vette activiteitenagenda
Snel of snelle activiteitenagenda
Wit of witte activiteitenagenda
Klein of kleine activiteitenagenda
Rood of rode activiteitenagenda
Dik of dikke activiteitenagenda
Oud of oude activiteitenagenda
Goed of goede activiteitenagenda
Wat rijmt er op activiteitenagenda
Elk of elke: Elke activiteitenagenda
Aanwijzend voornaamwoord: Die activiteitenagenda
Bezittelijk voornaamwoord: Onze activiteitenagenda
Wat rijmt er op activiteitenagenda
Oefening van de dag