De of het adreskaartje?
Het adreskaartje
Is het de of het adreskaartje
In de Nederlandse taal gebruiken wij het adreskaartje.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: business card
Deutsch: visitenkarte | Bekijk of het der of die visitenkarte is.
Français: Carte de visite | Bekijk of het Le o La Carte de visite is.
Jou of jouw: jouw adreskaartje
Buigings-e:
Mooi of mooie adreskaartje
Groot of grote adreskaartje
Half of halve adreskaartje
Grappig of grappige adreskaartje
Leeg of lege adreskaartje
leuk of leuke adreskaartje
Vet of vette adreskaartje
Snel of snelle adreskaartje
Wit of witte adreskaartje
Klein of kleine adreskaartje
Rood of rode adreskaartje
Dik of dikke adreskaartje
Oud of oude adreskaartje
Goed of goede adreskaartje
Wat rijmt er op adreskaartje
Elk of elke: Elk adreskaartje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat adreskaartje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons adreskaartje
Wat rijmt er op adreskaartje
Buigings-e:
Mooi of mooie adreskaartje
Groot of grote adreskaartje
Half of halve adreskaartje
Grappig of grappige adreskaartje
Leeg of lege adreskaartje
leuk of leuke adreskaartje
Vet of vette adreskaartje
Snel of snelle adreskaartje
Wit of witte adreskaartje
Klein of kleine adreskaartje
Rood of rode adreskaartje
Dik of dikke adreskaartje
Oud of oude adreskaartje
Goed of goede adreskaartje
Wat rijmt er op adreskaartje
Elk of elke: Elk adreskaartje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat adreskaartje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons adreskaartje
Wat rijmt er op adreskaartje
Oefening van de dag
