De of het antwoorden?
De antwoorden
Is het de of het antwoorden
In de Nederlandse taal gebruiken wij de antwoorden.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: answer
Deutsch: antworten | Bekijk of het der of die antworten is.
Français: répondre | Bekijk of het Le o La répondre is.
Jou of jouw: jouw antwoorden
Buigings-e:
Mooi of mooie antwoorden
Groot of grote antwoorden
Half of halve antwoorden
Grappig of grappige antwoorden
Leeg of lege antwoorden
leuk of leuke antwoorden
Vet of vette antwoorden
Snel of snelle antwoorden
Wit of witte antwoorden
Klein of kleine antwoorden
Rood of rode antwoorden
Dik of dikke antwoorden
Oud of oude antwoorden
Goed of goede antwoorden
Wat rijmt er op antwoorden
Elk of elke: Elke antwoorden
Aanwijzend voornaamwoord: Die antwoorden
Bezittelijk voornaamwoord: Onze antwoorden
Wat rijmt er op antwoorden
verantwoorden - aantwoorden -
Buigings-e:
Mooi of mooie antwoorden
Groot of grote antwoorden
Half of halve antwoorden
Grappig of grappige antwoorden
Leeg of lege antwoorden
leuk of leuke antwoorden
Vet of vette antwoorden
Snel of snelle antwoorden
Wit of witte antwoorden
Klein of kleine antwoorden
Rood of rode antwoorden
Dik of dikke antwoorden
Oud of oude antwoorden
Goed of goede antwoorden
Wat rijmt er op antwoorden
Elk of elke: Elke antwoorden
Aanwijzend voornaamwoord: Die antwoorden
Bezittelijk voornaamwoord: Onze antwoorden
Wat rijmt er op antwoorden
verantwoorden - aantwoorden -
Oefening van de dag