De of het basisbeginsel?

Het basisbeginsel

Is het de of het basisbeginsel

In de Nederlandse taal gebruiken wij het basisbeginsel.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?

English: basic principle
Deutsch: Leitsatz | Bekijk of het der of die Leitsatz is.
Français: principe de base | Bekijk of het Le o La principe de base is.

Jou of jouw: jouw basisbeginsel

Buigings-e:
Mooi of mooie basisbeginsel
Groot of grote basisbeginsel
Half of halve basisbeginsel
Grappig of grappige basisbeginsel
Leeg of lege basisbeginsel
leuk of leuke basisbeginsel
Vet of vette basisbeginsel
Snel of snelle basisbeginsel
Wit of witte basisbeginsel
Klein of kleine basisbeginsel
Rood of rode basisbeginsel
Dik of dikke basisbeginsel
Oud of oude basisbeginsel
Goed of goede basisbeginsel
Wat rijmt er op basisbeginsel

Elk of elke: Elk basisbeginsel
Aanwijzend voornaamwoord: Dat basisbeginsel
Bezittelijk voornaamwoord: Ons basisbeginsel
Wat rijmt er op basisbeginsel

Oefening van de dag

Dagelijkse mail

De Nederlandse taal goed onder de knie krijgen? Oefen dan elke dag de lidwoorden. Wij sturen elke dag om 7.15 een e-mail met de link naar de oefening van de dag.

E-mail ontvangen

De of het memorie

Bekijk het spel

De muismat

Bekijk de muismat