De of het buskaart?
De buskaart
Is het de of het buskaart
In de Nederlandse taal gebruiken wij de buskaart.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: bus pass
Deutsch: busfahrschein | Bekijk of het der of die busfahrschein is.
Français: carte de bus | Bekijk of het Le o La carte de bus is.
Jou of jouw: jouw buskaart
Buigings-e:
Mooi of mooie buskaart
Groot of grote buskaart
Half of halve buskaart
Grappig of grappige buskaart
Leeg of lege buskaart
leuk of leuke buskaart
Vet of vette buskaart
Snel of snelle buskaart
Wit of witte buskaart
Klein of kleine buskaart
Rood of rode buskaart
Dik of dikke buskaart
Oud of oude buskaart
Goed of goede buskaart
Wat rijmt er op buskaart
Elk of elke: Elke buskaart
Aanwijzend voornaamwoord: Die buskaart
Bezittelijk voornaamwoord: Onze buskaart
Wat rijmt er op buskaart
Buigings-e:
Mooi of mooie buskaart
Groot of grote buskaart
Half of halve buskaart
Grappig of grappige buskaart
Leeg of lege buskaart
leuk of leuke buskaart
Vet of vette buskaart
Snel of snelle buskaart
Wit of witte buskaart
Klein of kleine buskaart
Rood of rode buskaart
Dik of dikke buskaart
Oud of oude buskaart
Goed of goede buskaart
Wat rijmt er op buskaart
Elk of elke: Elke buskaart
Aanwijzend voornaamwoord: Die buskaart
Bezittelijk voornaamwoord: Onze buskaart
Wat rijmt er op buskaart
Oefening van de dag
