De of het dichtstuk?
De dichtstuk
Is het de of het dichtstuk
In de Nederlandse taal gebruiken wij de dichtstuk.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: poem
Deutsch: Gedicht | Bekijk of het der of die Gedicht is.
Français: poème | Bekijk of het Le o La poème is.
Jou of jouw: jouw dichtstuk
Buigings-e:
Mooi of mooie dichtstuk
Groot of grote dichtstuk
Half of halve dichtstuk
Grappig of grappige dichtstuk
Leeg of lege dichtstuk
leuk of leuke dichtstuk
Vet of vette dichtstuk
Snel of snelle dichtstuk
Wit of witte dichtstuk
Klein of kleine dichtstuk
Rood of rode dichtstuk
Dik of dikke dichtstuk
Oud of oude dichtstuk
Goed of goede dichtstuk
Wat rijmt er op dichtstuk
Elk of elke: Elke dichtstuk
Aanwijzend voornaamwoord: Die dichtstuk
Bezittelijk voornaamwoord: Onze dichtstuk
Wat rijmt er op dichtstuk
Buigings-e:
Mooi of mooie dichtstuk
Groot of grote dichtstuk
Half of halve dichtstuk
Grappig of grappige dichtstuk
Leeg of lege dichtstuk
leuk of leuke dichtstuk
Vet of vette dichtstuk
Snel of snelle dichtstuk
Wit of witte dichtstuk
Klein of kleine dichtstuk
Rood of rode dichtstuk
Dik of dikke dichtstuk
Oud of oude dichtstuk
Goed of goede dichtstuk
Wat rijmt er op dichtstuk
Elk of elke: Elke dichtstuk
Aanwijzend voornaamwoord: Die dichtstuk
Bezittelijk voornaamwoord: Onze dichtstuk
Wat rijmt er op dichtstuk
Oefening van de dag