De of het dierenwinkeltje?
Het dierenwinkeltje
Is het de of het dierenwinkeltje
In de Nederlandse taal gebruiken wij het dierenwinkeltje.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: Pet store
Jou of jouw: jouw dierenwinkeltje
Buigings-e:
Mooi of mooie dierenwinkeltje
Groot of grote dierenwinkeltje
Half of halve dierenwinkeltje
Grappig of grappige dierenwinkeltje
Leeg of lege dierenwinkeltje
leuk of leuke dierenwinkeltje
Vet of vette dierenwinkeltje
Snel of snelle dierenwinkeltje
Wit of witte dierenwinkeltje
Klein of kleine dierenwinkeltje
Rood of rode dierenwinkeltje
Dik of dikke dierenwinkeltje
Oud of oude dierenwinkeltje
Goed of goede dierenwinkeltje
Wat rijmt er op dierenwinkeltje
Elk of elke: Elk dierenwinkeltje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat dierenwinkeltje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons dierenwinkeltje
Wat rijmt er op dierenwinkeltje
Buigings-e:
Mooi of mooie dierenwinkeltje
Groot of grote dierenwinkeltje
Half of halve dierenwinkeltje
Grappig of grappige dierenwinkeltje
Leeg of lege dierenwinkeltje
leuk of leuke dierenwinkeltje
Vet of vette dierenwinkeltje
Snel of snelle dierenwinkeltje
Wit of witte dierenwinkeltje
Klein of kleine dierenwinkeltje
Rood of rode dierenwinkeltje
Dik of dikke dierenwinkeltje
Oud of oude dierenwinkeltje
Goed of goede dierenwinkeltje
Wat rijmt er op dierenwinkeltje
Elk of elke: Elk dierenwinkeltje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat dierenwinkeltje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons dierenwinkeltje
Wat rijmt er op dierenwinkeltje
Oefening van de dag