De of het donorland?
Het donorland
Is het de of het donorland
In de Nederlandse taal gebruiken wij het donorland.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: donor country
Deutsch: Geberland | Bekijk of het der of die Geberland is.
Français: pays donateur | Bekijk of het Le o La pays donateur is.
Jou of jouw: jouw donorland
Buigings-e:
Mooi of mooie donorland
Groot of grote donorland
Half of halve donorland
Grappig of grappige donorland
Leeg of lege donorland
leuk of leuke donorland
Vet of vette donorland
Snel of snelle donorland
Wit of witte donorland
Klein of kleine donorland
Rood of rode donorland
Dik of dikke donorland
Oud of oude donorland
Goed of goede donorland
Wat rijmt er op donorland
Elk of elke: Elk donorland
Aanwijzend voornaamwoord: Dat donorland
Bezittelijk voornaamwoord: Ons donorland
Wat rijmt er op donorland
Buigings-e:
Mooi of mooie donorland
Groot of grote donorland
Half of halve donorland
Grappig of grappige donorland
Leeg of lege donorland
leuk of leuke donorland
Vet of vette donorland
Snel of snelle donorland
Wit of witte donorland
Klein of kleine donorland
Rood of rode donorland
Dik of dikke donorland
Oud of oude donorland
Goed of goede donorland
Wat rijmt er op donorland
Elk of elke: Elk donorland
Aanwijzend voornaamwoord: Dat donorland
Bezittelijk voornaamwoord: Ons donorland
Wat rijmt er op donorland
Oefening van de dag



