De of het feestwinkel?
De feestwinkel
Is het de of het feestwinkel
In de Nederlandse taal gebruiken wij de feestwinkel.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: feestwinkel
Deutsch: Feestwinkel | Bekijk of het der of die Feestwinkel is.
Français: Feestwinkel | Bekijk of het Le o La Feestwinkel is.
Jou of jouw: jouw feestwinkel
Buigings-e:
Mooi of mooie feestwinkel
Groot of grote feestwinkel
Half of halve feestwinkel
Grappig of grappige feestwinkel
Leeg of lege feestwinkel
leuk of leuke feestwinkel
Vet of vette feestwinkel
Snel of snelle feestwinkel
Wit of witte feestwinkel
Klein of kleine feestwinkel
Rood of rode feestwinkel
Dik of dikke feestwinkel
Oud of oude feestwinkel
Goed of goede feestwinkel
Wat rijmt er op feestwinkel
Elk of elke: Elke feestwinkel
Aanwijzend voornaamwoord: Die feestwinkel
Bezittelijk voornaamwoord: Onze feestwinkel
Wat rijmt er op feestwinkel
Buigings-e:
Mooi of mooie feestwinkel
Groot of grote feestwinkel
Half of halve feestwinkel
Grappig of grappige feestwinkel
Leeg of lege feestwinkel
leuk of leuke feestwinkel
Vet of vette feestwinkel
Snel of snelle feestwinkel
Wit of witte feestwinkel
Klein of kleine feestwinkel
Rood of rode feestwinkel
Dik of dikke feestwinkel
Oud of oude feestwinkel
Goed of goede feestwinkel
Wat rijmt er op feestwinkel
Elk of elke: Elke feestwinkel
Aanwijzend voornaamwoord: Die feestwinkel
Bezittelijk voornaamwoord: Onze feestwinkel
Wat rijmt er op feestwinkel
Oefening van de dag