De of het hoofdoorzaak?
De hoofdoorzaak
Is het de of het hoofdoorzaak
In de Nederlandse taal gebruiken wij de hoofdoorzaak.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: main cause
Deutsch: Hauptursache | Bekijk of het der of die Hauptursache is.
Français: principale cause | Bekijk of het Le o La principale cause is.
Jou of jouw: jouw hoofdoorzaak
Buigings-e:
Mooi of mooie hoofdoorzaak
Groot of grote hoofdoorzaak
Half of halve hoofdoorzaak
Grappig of grappige hoofdoorzaak
Leeg of lege hoofdoorzaak
leuk of leuke hoofdoorzaak
Vet of vette hoofdoorzaak
Snel of snelle hoofdoorzaak
Wit of witte hoofdoorzaak
Klein of kleine hoofdoorzaak
Rood of rode hoofdoorzaak
Dik of dikke hoofdoorzaak
Oud of oude hoofdoorzaak
Goed of goede hoofdoorzaak
Wat rijmt er op hoofdoorzaak
Elk of elke: Elke hoofdoorzaak
Aanwijzend voornaamwoord: Die hoofdoorzaak
Bezittelijk voornaamwoord: Onze hoofdoorzaak
Wat rijmt er op hoofdoorzaak
Buigings-e:
Mooi of mooie hoofdoorzaak
Groot of grote hoofdoorzaak
Half of halve hoofdoorzaak
Grappig of grappige hoofdoorzaak
Leeg of lege hoofdoorzaak
leuk of leuke hoofdoorzaak
Vet of vette hoofdoorzaak
Snel of snelle hoofdoorzaak
Wit of witte hoofdoorzaak
Klein of kleine hoofdoorzaak
Rood of rode hoofdoorzaak
Dik of dikke hoofdoorzaak
Oud of oude hoofdoorzaak
Goed of goede hoofdoorzaak
Wat rijmt er op hoofdoorzaak
Elk of elke: Elke hoofdoorzaak
Aanwijzend voornaamwoord: Die hoofdoorzaak
Bezittelijk voornaamwoord: Onze hoofdoorzaak
Wat rijmt er op hoofdoorzaak
Oefening van de dag