De of het hypothekeren?

Het hypothekeren

Is het de of het hypothekeren

In de Nederlandse taal gebruiken wij het hypothekeren.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?

English: mortgage
Deutsch: Hypothek | Bekijk of het der of die Hypothek is.
Français: hypothèque | Bekijk of het Le o La hypothèque is.

Jou of jouw: jouw hypothekeren

Buigings-e:
Mooi of mooie hypothekeren
Groot of grote hypothekeren
Half of halve hypothekeren
Grappig of grappige hypothekeren
Leeg of lege hypothekeren
leuk of leuke hypothekeren
Vet of vette hypothekeren
Snel of snelle hypothekeren
Wit of witte hypothekeren
Klein of kleine hypothekeren
Rood of rode hypothekeren
Dik of dikke hypothekeren
Oud of oude hypothekeren
Goed of goede hypothekeren
Wat rijmt er op hypothekeren

Elk of elke: Elk hypothekeren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat hypothekeren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons hypothekeren
Wat rijmt er op hypothekeren
verhypothekeren -

Oefening van de dag

Dagelijkse mail

De Nederlandse taal goed onder de knie krijgen? Oefen dan elke dag de lidwoorden. Wij sturen elke dag om 7.15 een e-mail met de link naar de oefening van de dag.

E-mail ontvangen

De of het memorie

Bekijk het spel

De muismat

Bekijk de muismat