De of het immobiliseren?
Het immobiliseren
Is het de of het immobiliseren
In de Nederlandse taal gebruiken wij het immobiliseren.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: immobilize
Deutsch: immobilisieren | Bekijk of het der of die immobilisieren is.
Français: immobiliser | Bekijk of het Le o La immobiliser is.
Jou of jouw: jouw immobiliseren
Buigings-e:
Mooi of mooie immobiliseren
Groot of grote immobiliseren
Half of halve immobiliseren
Grappig of grappige immobiliseren
Leeg of lege immobiliseren
leuk of leuke immobiliseren
Vet of vette immobiliseren
Snel of snelle immobiliseren
Wit of witte immobiliseren
Klein of kleine immobiliseren
Rood of rode immobiliseren
Dik of dikke immobiliseren
Oud of oude immobiliseren
Goed of goede immobiliseren
Wat rijmt er op immobiliseren
Elk of elke: Elk immobiliseren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat immobiliseren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons immobiliseren
Wat rijmt er op immobiliseren
Buigings-e:
Mooi of mooie immobiliseren
Groot of grote immobiliseren
Half of halve immobiliseren
Grappig of grappige immobiliseren
Leeg of lege immobiliseren
leuk of leuke immobiliseren
Vet of vette immobiliseren
Snel of snelle immobiliseren
Wit of witte immobiliseren
Klein of kleine immobiliseren
Rood of rode immobiliseren
Dik of dikke immobiliseren
Oud of oude immobiliseren
Goed of goede immobiliseren
Wat rijmt er op immobiliseren
Elk of elke: Elk immobiliseren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat immobiliseren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons immobiliseren
Wat rijmt er op immobiliseren
Oefening van de dag