De of het kamptijd?
De kamptijd
Is het de of het kamptijd
In de Nederlandse taal gebruiken wij de kamptijd.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: camp time
Deutsch: Lagerzeit | Bekijk of het der of die Lagerzeit is.
Français: temps de camp | Bekijk of het Le o La temps de camp is.
Jou of jouw: jouw kamptijd
Buigings-e:
Mooi of mooie kamptijd
Groot of grote kamptijd
Half of halve kamptijd
Grappig of grappige kamptijd
Leeg of lege kamptijd
leuk of leuke kamptijd
Vet of vette kamptijd
Snel of snelle kamptijd
Wit of witte kamptijd
Klein of kleine kamptijd
Rood of rode kamptijd
Dik of dikke kamptijd
Oud of oude kamptijd
Goed of goede kamptijd
Wat rijmt er op kamptijd
Elk of elke: Elke kamptijd
Aanwijzend voornaamwoord: Die kamptijd
Bezittelijk voornaamwoord: Onze kamptijd
Wat rijmt er op kamptijd
Buigings-e:
Mooi of mooie kamptijd
Groot of grote kamptijd
Half of halve kamptijd
Grappig of grappige kamptijd
Leeg of lege kamptijd
leuk of leuke kamptijd
Vet of vette kamptijd
Snel of snelle kamptijd
Wit of witte kamptijd
Klein of kleine kamptijd
Rood of rode kamptijd
Dik of dikke kamptijd
Oud of oude kamptijd
Goed of goede kamptijd
Wat rijmt er op kamptijd
Elk of elke: Elke kamptijd
Aanwijzend voornaamwoord: Die kamptijd
Bezittelijk voornaamwoord: Onze kamptijd
Wat rijmt er op kamptijd
Oefening van de dag