De of het kinderkleren?
Het kinderkleren
Is het de of het kinderkleren
In de Nederlandse taal gebruiken wij het kinderkleren.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: children's clothes
Deutsch: Kinderkleidung | Bekijk of het der of die Kinderkleidung is.
Français: des vĂȘtements pour enfants | Bekijk of het Le o La des vĂȘtements pour enfants is.
Jou of jouw: jouw kinderkleren
Buigings-e:
Mooi of mooie kinderkleren
Groot of grote kinderkleren
Half of halve kinderkleren
Grappig of grappige kinderkleren
Leeg of lege kinderkleren
leuk of leuke kinderkleren
Vet of vette kinderkleren
Snel of snelle kinderkleren
Wit of witte kinderkleren
Klein of kleine kinderkleren
Rood of rode kinderkleren
Dik of dikke kinderkleren
Oud of oude kinderkleren
Goed of goede kinderkleren
Wat rijmt er op kinderkleren
Elk of elke: Elk kinderkleren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat kinderkleren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons kinderkleren
Wat rijmt er op kinderkleren
Buigings-e:
Mooi of mooie kinderkleren
Groot of grote kinderkleren
Half of halve kinderkleren
Grappig of grappige kinderkleren
Leeg of lege kinderkleren
leuk of leuke kinderkleren
Vet of vette kinderkleren
Snel of snelle kinderkleren
Wit of witte kinderkleren
Klein of kleine kinderkleren
Rood of rode kinderkleren
Dik of dikke kinderkleren
Oud of oude kinderkleren
Goed of goede kinderkleren
Wat rijmt er op kinderkleren
Elk of elke: Elk kinderkleren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat kinderkleren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons kinderkleren
Wat rijmt er op kinderkleren
Oefening van de dag