De of het kostenfactuur?
De kostenfactuur
Is het de of het kostenfactuur
In de Nederlandse taal gebruiken wij de kostenfactuur.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: fee bill
Jou of jouw: jouw kostenfactuur
Buigings-e:
Mooi of mooie kostenfactuur
Groot of grote kostenfactuur
Half of halve kostenfactuur
Grappig of grappige kostenfactuur
Leeg of lege kostenfactuur
leuk of leuke kostenfactuur
Vet of vette kostenfactuur
Snel of snelle kostenfactuur
Wit of witte kostenfactuur
Klein of kleine kostenfactuur
Rood of rode kostenfactuur
Dik of dikke kostenfactuur
Oud of oude kostenfactuur
Goed of goede kostenfactuur
Wat rijmt er op kostenfactuur
Elk of elke: Elke kostenfactuur
Aanwijzend voornaamwoord: Die kostenfactuur
Bezittelijk voornaamwoord: Onze kostenfactuur
Wat rijmt er op kostenfactuur
zorgkostenfactuur -
Buigings-e:
Mooi of mooie kostenfactuur
Groot of grote kostenfactuur
Half of halve kostenfactuur
Grappig of grappige kostenfactuur
Leeg of lege kostenfactuur
leuk of leuke kostenfactuur
Vet of vette kostenfactuur
Snel of snelle kostenfactuur
Wit of witte kostenfactuur
Klein of kleine kostenfactuur
Rood of rode kostenfactuur
Dik of dikke kostenfactuur
Oud of oude kostenfactuur
Goed of goede kostenfactuur
Wat rijmt er op kostenfactuur
Elk of elke: Elke kostenfactuur
Aanwijzend voornaamwoord: Die kostenfactuur
Bezittelijk voornaamwoord: Onze kostenfactuur
Wat rijmt er op kostenfactuur
zorgkostenfactuur -
Oefening van de dag



