De of het leeuwende?
De leeuwende
Is het de of het leeuwende
In de Nederlandse taal gebruiken wij de leeuwende.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: larking
Jou of jouw: jouw leeuwende
Buigings-e:
Mooi of mooie leeuwende
Groot of grote leeuwende
Half of halve leeuwende
Grappig of grappige leeuwende
Leeg of lege leeuwende
leuk of leuke leeuwende
Vet of vette leeuwende
Snel of snelle leeuwende
Wit of witte leeuwende
Klein of kleine leeuwende
Rood of rode leeuwende
Dik of dikke leeuwende
Oud of oude leeuwende
Goed of goede leeuwende
Wat rijmt er op leeuwende
Elk of elke: Elke leeuwende
Aanwijzend voornaamwoord: Die leeuwende
Bezittelijk voornaamwoord: Onze leeuwende
Wat rijmt er op leeuwende
Buigings-e:
Mooi of mooie leeuwende
Groot of grote leeuwende
Half of halve leeuwende
Grappig of grappige leeuwende
Leeg of lege leeuwende
leuk of leuke leeuwende
Vet of vette leeuwende
Snel of snelle leeuwende
Wit of witte leeuwende
Klein of kleine leeuwende
Rood of rode leeuwende
Dik of dikke leeuwende
Oud of oude leeuwende
Goed of goede leeuwende
Wat rijmt er op leeuwende
Elk of elke: Elke leeuwende
Aanwijzend voornaamwoord: Die leeuwende
Bezittelijk voornaamwoord: Onze leeuwende
Wat rijmt er op leeuwende
Oefening van de dag