De of het locatiewijzer?
Het locatiewijzer
Is het de of het locatiewijzer
In de Nederlandse taal gebruiken wij het locatiewijzer.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: location pointer
Deutsch: Ort-Zeiger | Bekijk of het der of die Ort-Zeiger is.
Français: pointeur d'emplacement | Bekijk of het Le o La pointeur d'emplacement is.
Jou of jouw: jouw locatiewijzer
Buigings-e:
Mooi of mooie locatiewijzer
Groot of grote locatiewijzer
Half of halve locatiewijzer
Grappig of grappige locatiewijzer
Leeg of lege locatiewijzer
leuk of leuke locatiewijzer
Vet of vette locatiewijzer
Snel of snelle locatiewijzer
Wit of witte locatiewijzer
Klein of kleine locatiewijzer
Rood of rode locatiewijzer
Dik of dikke locatiewijzer
Oud of oude locatiewijzer
Goed of goede locatiewijzer
Wat rijmt er op locatiewijzer
Elk of elke: Elk locatiewijzer
Aanwijzend voornaamwoord: Dat locatiewijzer
Bezittelijk voornaamwoord: Ons locatiewijzer
Wat rijmt er op locatiewijzer
Buigings-e:
Mooi of mooie locatiewijzer
Groot of grote locatiewijzer
Half of halve locatiewijzer
Grappig of grappige locatiewijzer
Leeg of lege locatiewijzer
leuk of leuke locatiewijzer
Vet of vette locatiewijzer
Snel of snelle locatiewijzer
Wit of witte locatiewijzer
Klein of kleine locatiewijzer
Rood of rode locatiewijzer
Dik of dikke locatiewijzer
Oud of oude locatiewijzer
Goed of goede locatiewijzer
Wat rijmt er op locatiewijzer
Elk of elke: Elk locatiewijzer
Aanwijzend voornaamwoord: Dat locatiewijzer
Bezittelijk voornaamwoord: Ons locatiewijzer
Wat rijmt er op locatiewijzer
Oefening van de dag