De of het maandfacturatie?
De maandfacturatie
Is het de of het maandfacturatie
In de Nederlandse taal gebruiken wij de maandfacturatie.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: Monthly invoice
Jou of jouw: jouw maandfacturatie
Buigings-e:
Mooi of mooie maandfacturatie
Groot of grote maandfacturatie
Half of halve maandfacturatie
Grappig of grappige maandfacturatie
Leeg of lege maandfacturatie
leuk of leuke maandfacturatie
Vet of vette maandfacturatie
Snel of snelle maandfacturatie
Wit of witte maandfacturatie
Klein of kleine maandfacturatie
Rood of rode maandfacturatie
Dik of dikke maandfacturatie
Oud of oude maandfacturatie
Goed of goede maandfacturatie
Wat rijmt er op maandfacturatie
Elk of elke: Elke maandfacturatie
Aanwijzend voornaamwoord: Die maandfacturatie
Bezittelijk voornaamwoord: Onze maandfacturatie
Wat rijmt er op maandfacturatie
Buigings-e:
Mooi of mooie maandfacturatie
Groot of grote maandfacturatie
Half of halve maandfacturatie
Grappig of grappige maandfacturatie
Leeg of lege maandfacturatie
leuk of leuke maandfacturatie
Vet of vette maandfacturatie
Snel of snelle maandfacturatie
Wit of witte maandfacturatie
Klein of kleine maandfacturatie
Rood of rode maandfacturatie
Dik of dikke maandfacturatie
Oud of oude maandfacturatie
Goed of goede maandfacturatie
Wat rijmt er op maandfacturatie
Elk of elke: Elke maandfacturatie
Aanwijzend voornaamwoord: Die maandfacturatie
Bezittelijk voornaamwoord: Onze maandfacturatie
Wat rijmt er op maandfacturatie
Oefening van de dag