De of het nationationaliteit?
De nationationaliteit
Is het de of het nationationaliteit
In de Nederlandse taal gebruiken wij de nationationaliteit.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: nationales nationality
Deutsch: Nationales Nationalität | Bekijk of het der of die Nationales Nationalität is.
Français: Nationales nationalité | Bekijk of het Le o La Nationales nationalité is.
Jou of jouw: jouw nationationaliteit
Buigings-e:
Mooi of mooie nationationaliteit
Groot of grote nationationaliteit
Half of halve nationationaliteit
Grappig of grappige nationationaliteit
Leeg of lege nationationaliteit
leuk of leuke nationationaliteit
Vet of vette nationationaliteit
Snel of snelle nationationaliteit
Wit of witte nationationaliteit
Klein of kleine nationationaliteit
Rood of rode nationationaliteit
Dik of dikke nationationaliteit
Oud of oude nationationaliteit
Goed of goede nationationaliteit
Wat rijmt er op nationationaliteit
Elk of elke: Elke nationationaliteit
Aanwijzend voornaamwoord: Die nationationaliteit
Bezittelijk voornaamwoord: Onze nationationaliteit
Wat rijmt er op nationationaliteit
Buigings-e:
Mooi of mooie nationationaliteit
Groot of grote nationationaliteit
Half of halve nationationaliteit
Grappig of grappige nationationaliteit
Leeg of lege nationationaliteit
leuk of leuke nationationaliteit
Vet of vette nationationaliteit
Snel of snelle nationationaliteit
Wit of witte nationationaliteit
Klein of kleine nationationaliteit
Rood of rode nationationaliteit
Dik of dikke nationationaliteit
Oud of oude nationationaliteit
Goed of goede nationationaliteit
Wat rijmt er op nationationaliteit
Elk of elke: Elke nationationaliteit
Aanwijzend voornaamwoord: Die nationationaliteit
Bezittelijk voornaamwoord: Onze nationationaliteit
Wat rijmt er op nationationaliteit
Oefening van de dag