De of het netwerkmoment?
Het netwerkmoment
Is het de of het netwerkmoment
In de Nederlandse taal gebruiken wij het netwerkmoment.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: network time
Deutsch: Netzwerkzeit | Bekijk of het der of die Netzwerkzeit is.
Français: temps de réseau | Bekijk of het Le o La temps de réseau is.
Jou of jouw: jouw netwerkmoment
Buigings-e:
Mooi of mooie netwerkmoment
Groot of grote netwerkmoment
Half of halve netwerkmoment
Grappig of grappige netwerkmoment
Leeg of lege netwerkmoment
leuk of leuke netwerkmoment
Vet of vette netwerkmoment
Snel of snelle netwerkmoment
Wit of witte netwerkmoment
Klein of kleine netwerkmoment
Rood of rode netwerkmoment
Dik of dikke netwerkmoment
Oud of oude netwerkmoment
Goed of goede netwerkmoment
Wat rijmt er op netwerkmoment
Elk of elke: Elk netwerkmoment
Aanwijzend voornaamwoord: Dat netwerkmoment
Bezittelijk voornaamwoord: Ons netwerkmoment
Wat rijmt er op netwerkmoment
Buigings-e:
Mooi of mooie netwerkmoment
Groot of grote netwerkmoment
Half of halve netwerkmoment
Grappig of grappige netwerkmoment
Leeg of lege netwerkmoment
leuk of leuke netwerkmoment
Vet of vette netwerkmoment
Snel of snelle netwerkmoment
Wit of witte netwerkmoment
Klein of kleine netwerkmoment
Rood of rode netwerkmoment
Dik of dikke netwerkmoment
Oud of oude netwerkmoment
Goed of goede netwerkmoment
Wat rijmt er op netwerkmoment
Elk of elke: Elk netwerkmoment
Aanwijzend voornaamwoord: Dat netwerkmoment
Bezittelijk voornaamwoord: Ons netwerkmoment
Wat rijmt er op netwerkmoment
Oefening van de dag