De of het oorlogsperiode?
De oorlogsperiode
Is het de of het oorlogsperiode
In de Nederlandse taal gebruiken wij de oorlogsperiode.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: war period
Deutsch: Kriegszeit | Bekijk of het der of die Kriegszeit is.
Français: période de la guerre | Bekijk of het Le o La période de la guerre is.
Jou of jouw: jouw oorlogsperiode
Buigings-e:
Mooi of mooie oorlogsperiode
Groot of grote oorlogsperiode
Half of halve oorlogsperiode
Grappig of grappige oorlogsperiode
Leeg of lege oorlogsperiode
leuk of leuke oorlogsperiode
Vet of vette oorlogsperiode
Snel of snelle oorlogsperiode
Wit of witte oorlogsperiode
Klein of kleine oorlogsperiode
Rood of rode oorlogsperiode
Dik of dikke oorlogsperiode
Oud of oude oorlogsperiode
Goed of goede oorlogsperiode
Wat rijmt er op oorlogsperiode
Elk of elke: Elke oorlogsperiode
Aanwijzend voornaamwoord: Die oorlogsperiode
Bezittelijk voornaamwoord: Onze oorlogsperiode
Wat rijmt er op oorlogsperiode
Buigings-e:
Mooi of mooie oorlogsperiode
Groot of grote oorlogsperiode
Half of halve oorlogsperiode
Grappig of grappige oorlogsperiode
Leeg of lege oorlogsperiode
leuk of leuke oorlogsperiode
Vet of vette oorlogsperiode
Snel of snelle oorlogsperiode
Wit of witte oorlogsperiode
Klein of kleine oorlogsperiode
Rood of rode oorlogsperiode
Dik of dikke oorlogsperiode
Oud of oude oorlogsperiode
Goed of goede oorlogsperiode
Wat rijmt er op oorlogsperiode
Elk of elke: Elke oorlogsperiode
Aanwijzend voornaamwoord: Die oorlogsperiode
Bezittelijk voornaamwoord: Onze oorlogsperiode
Wat rijmt er op oorlogsperiode
Oefening van de dag