De of het opgavenboekje?
Het opgavenboekje
Is het de of het opgavenboekje
In de Nederlandse taal gebruiken wij het opgavenboekje.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: examination booklet
Deutsch: Untersuchungsheft | Bekijk of het der of die Untersuchungsheft is.
Français: livret d'examen | Bekijk of het Le o La livret d'examen is.
Jou of jouw: jouw opgavenboekje
Buigings-e:
Mooi of mooie opgavenboekje
Groot of grote opgavenboekje
Half of halve opgavenboekje
Grappig of grappige opgavenboekje
Leeg of lege opgavenboekje
leuk of leuke opgavenboekje
Vet of vette opgavenboekje
Snel of snelle opgavenboekje
Wit of witte opgavenboekje
Klein of kleine opgavenboekje
Rood of rode opgavenboekje
Dik of dikke opgavenboekje
Oud of oude opgavenboekje
Goed of goede opgavenboekje
Wat rijmt er op opgavenboekje
Elk of elke: Elk opgavenboekje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat opgavenboekje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons opgavenboekje
Wat rijmt er op opgavenboekje
Buigings-e:
Mooi of mooie opgavenboekje
Groot of grote opgavenboekje
Half of halve opgavenboekje
Grappig of grappige opgavenboekje
Leeg of lege opgavenboekje
leuk of leuke opgavenboekje
Vet of vette opgavenboekje
Snel of snelle opgavenboekje
Wit of witte opgavenboekje
Klein of kleine opgavenboekje
Rood of rode opgavenboekje
Dik of dikke opgavenboekje
Oud of oude opgavenboekje
Goed of goede opgavenboekje
Wat rijmt er op opgavenboekje
Elk of elke: Elk opgavenboekje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat opgavenboekje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons opgavenboekje
Wat rijmt er op opgavenboekje
Oefening van de dag
