De of het opleidingsjaar?
Het opleidingsjaar
Is het de of het opleidingsjaar
In de Nederlandse taal gebruiken wij het opleidingsjaar.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: training year
Deutsch: Ausbildungsjahr | Bekijk of het der of die Ausbildungsjahr is.
Français: année de formation | Bekijk of het Le o La année de formation is.
Jou of jouw: jouw opleidingsjaar
Buigings-e:
Mooi of mooie opleidingsjaar
Groot of grote opleidingsjaar
Half of halve opleidingsjaar
Grappig of grappige opleidingsjaar
Leeg of lege opleidingsjaar
leuk of leuke opleidingsjaar
Vet of vette opleidingsjaar
Snel of snelle opleidingsjaar
Wit of witte opleidingsjaar
Klein of kleine opleidingsjaar
Rood of rode opleidingsjaar
Dik of dikke opleidingsjaar
Oud of oude opleidingsjaar
Goed of goede opleidingsjaar
Wat rijmt er op opleidingsjaar
Elk of elke: Elk opleidingsjaar
Aanwijzend voornaamwoord: Dat opleidingsjaar
Bezittelijk voornaamwoord: Ons opleidingsjaar
Wat rijmt er op opleidingsjaar
Buigings-e:
Mooi of mooie opleidingsjaar
Groot of grote opleidingsjaar
Half of halve opleidingsjaar
Grappig of grappige opleidingsjaar
Leeg of lege opleidingsjaar
leuk of leuke opleidingsjaar
Vet of vette opleidingsjaar
Snel of snelle opleidingsjaar
Wit of witte opleidingsjaar
Klein of kleine opleidingsjaar
Rood of rode opleidingsjaar
Dik of dikke opleidingsjaar
Oud of oude opleidingsjaar
Goed of goede opleidingsjaar
Wat rijmt er op opleidingsjaar
Elk of elke: Elk opleidingsjaar
Aanwijzend voornaamwoord: Dat opleidingsjaar
Bezittelijk voornaamwoord: Ons opleidingsjaar
Wat rijmt er op opleidingsjaar
Oefening van de dag