De of het opslagbeperking?
De opslagbeperking
Is het de of het opslagbeperking
In de Nederlandse taal gebruiken wij de opslagbeperking.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: storage restriction
Jou of jouw: jouw opslagbeperking
Buigings-e:
Mooi of mooie opslagbeperking
Groot of grote opslagbeperking
Half of halve opslagbeperking
Grappig of grappige opslagbeperking
Leeg of lege opslagbeperking
leuk of leuke opslagbeperking
Vet of vette opslagbeperking
Snel of snelle opslagbeperking
Wit of witte opslagbeperking
Klein of kleine opslagbeperking
Rood of rode opslagbeperking
Dik of dikke opslagbeperking
Oud of oude opslagbeperking
Goed of goede opslagbeperking
Wat rijmt er op opslagbeperking
Elk of elke: Elke opslagbeperking
Aanwijzend voornaamwoord: Die opslagbeperking
Bezittelijk voornaamwoord: Onze opslagbeperking
Wat rijmt er op opslagbeperking
Buigings-e:
Mooi of mooie opslagbeperking
Groot of grote opslagbeperking
Half of halve opslagbeperking
Grappig of grappige opslagbeperking
Leeg of lege opslagbeperking
leuk of leuke opslagbeperking
Vet of vette opslagbeperking
Snel of snelle opslagbeperking
Wit of witte opslagbeperking
Klein of kleine opslagbeperking
Rood of rode opslagbeperking
Dik of dikke opslagbeperking
Oud of oude opslagbeperking
Goed of goede opslagbeperking
Wat rijmt er op opslagbeperking
Elk of elke: Elke opslagbeperking
Aanwijzend voornaamwoord: Die opslagbeperking
Bezittelijk voornaamwoord: Onze opslagbeperking
Wat rijmt er op opslagbeperking
Oefening van de dag



