De of het parfumeren?
Het parfumeren
Is het de of het parfumeren
In de Nederlandse taal gebruiken wij het parfumeren.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: perfume
Deutsch: Parfüm | Bekijk of het der of die Parfüm is.
Français: parfum | Bekijk of het Le o La parfum is.
Jou of jouw: jouw parfumeren
Buigings-e:
Mooi of mooie parfumeren
Groot of grote parfumeren
Half of halve parfumeren
Grappig of grappige parfumeren
Leeg of lege parfumeren
leuk of leuke parfumeren
Vet of vette parfumeren
Snel of snelle parfumeren
Wit of witte parfumeren
Klein of kleine parfumeren
Rood of rode parfumeren
Dik of dikke parfumeren
Oud of oude parfumeren
Goed of goede parfumeren
Wat rijmt er op parfumeren
Elk of elke: Elk parfumeren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat parfumeren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons parfumeren
Wat rijmt er op parfumeren
Buigings-e:
Mooi of mooie parfumeren
Groot of grote parfumeren
Half of halve parfumeren
Grappig of grappige parfumeren
Leeg of lege parfumeren
leuk of leuke parfumeren
Vet of vette parfumeren
Snel of snelle parfumeren
Wit of witte parfumeren
Klein of kleine parfumeren
Rood of rode parfumeren
Dik of dikke parfumeren
Oud of oude parfumeren
Goed of goede parfumeren
Wat rijmt er op parfumeren
Elk of elke: Elk parfumeren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat parfumeren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons parfumeren
Wat rijmt er op parfumeren
Oefening van de dag
