De of het risicologboek?
Het risicologboek
Is het de of het risicologboek
In de Nederlandse taal gebruiken wij het risicologboek.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: risk book
Jou of jouw: jouw risicologboek
Buigings-e:
Mooi of mooie risicologboek
Groot of grote risicologboek
Half of halve risicologboek
Grappig of grappige risicologboek
Leeg of lege risicologboek
leuk of leuke risicologboek
Vet of vette risicologboek
Snel of snelle risicologboek
Wit of witte risicologboek
Klein of kleine risicologboek
Rood of rode risicologboek
Dik of dikke risicologboek
Oud of oude risicologboek
Goed of goede risicologboek
Wat rijmt er op risicologboek
Elk of elke: Elk risicologboek
Aanwijzend voornaamwoord: Dat risicologboek
Bezittelijk voornaamwoord: Ons risicologboek
Wat rijmt er op risicologboek
Buigings-e:
Mooi of mooie risicologboek
Groot of grote risicologboek
Half of halve risicologboek
Grappig of grappige risicologboek
Leeg of lege risicologboek
leuk of leuke risicologboek
Vet of vette risicologboek
Snel of snelle risicologboek
Wit of witte risicologboek
Klein of kleine risicologboek
Rood of rode risicologboek
Dik of dikke risicologboek
Oud of oude risicologboek
Goed of goede risicologboek
Wat rijmt er op risicologboek
Elk of elke: Elk risicologboek
Aanwijzend voornaamwoord: Dat risicologboek
Bezittelijk voornaamwoord: Ons risicologboek
Wat rijmt er op risicologboek
Oefening van de dag