De of het slaagkans?
De slaagkans
Is het de of het slaagkans
In de Nederlandse taal gebruiken wij de slaagkans.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: success rate
Deutsch: erfolgsrate | Bekijk of het der of die erfolgsrate is.
Français: taux de réussite | Bekijk of het Le o La taux de réussite is.
Jou of jouw: jouw slaagkans
Buigings-e:
Mooi of mooie slaagkans
Groot of grote slaagkans
Half of halve slaagkans
Grappig of grappige slaagkans
Leeg of lege slaagkans
leuk of leuke slaagkans
Vet of vette slaagkans
Snel of snelle slaagkans
Wit of witte slaagkans
Klein of kleine slaagkans
Rood of rode slaagkans
Dik of dikke slaagkans
Oud of oude slaagkans
Goed of goede slaagkans
Wat rijmt er op slaagkans
Elk of elke: Elke slaagkans
Aanwijzend voornaamwoord: Die slaagkans
Bezittelijk voornaamwoord: Onze slaagkans
Wat rijmt er op slaagkans
Buigings-e:
Mooi of mooie slaagkans
Groot of grote slaagkans
Half of halve slaagkans
Grappig of grappige slaagkans
Leeg of lege slaagkans
leuk of leuke slaagkans
Vet of vette slaagkans
Snel of snelle slaagkans
Wit of witte slaagkans
Klein of kleine slaagkans
Rood of rode slaagkans
Dik of dikke slaagkans
Oud of oude slaagkans
Goed of goede slaagkans
Wat rijmt er op slaagkans
Elk of elke: Elke slaagkans
Aanwijzend voornaamwoord: Die slaagkans
Bezittelijk voornaamwoord: Onze slaagkans
Wat rijmt er op slaagkans
Oefening van de dag