De of het speelkaart?
De speelkaart
Is het de of het speelkaart
In de Nederlandse taal gebruiken wij de speelkaart.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: playing card
Deutsch: spielkarte | Bekijk of het der of die spielkarte is.
Français: carte à jouer | Bekijk of het Le o La carte à jouer is.
Jou of jouw: jouw speelkaart
Buigings-e:
Mooi of mooie speelkaart
Groot of grote speelkaart
Half of halve speelkaart
Grappig of grappige speelkaart
Leeg of lege speelkaart
leuk of leuke speelkaart
Vet of vette speelkaart
Snel of snelle speelkaart
Wit of witte speelkaart
Klein of kleine speelkaart
Rood of rode speelkaart
Dik of dikke speelkaart
Oud of oude speelkaart
Goed of goede speelkaart
Wat rijmt er op speelkaart
Elk of elke: Elke speelkaart
Aanwijzend voornaamwoord: Die speelkaart
Bezittelijk voornaamwoord: Onze speelkaart
Wat rijmt er op speelkaart
Buigings-e:
Mooi of mooie speelkaart
Groot of grote speelkaart
Half of halve speelkaart
Grappig of grappige speelkaart
Leeg of lege speelkaart
leuk of leuke speelkaart
Vet of vette speelkaart
Snel of snelle speelkaart
Wit of witte speelkaart
Klein of kleine speelkaart
Rood of rode speelkaart
Dik of dikke speelkaart
Oud of oude speelkaart
Goed of goede speelkaart
Wat rijmt er op speelkaart
Elk of elke: Elke speelkaart
Aanwijzend voornaamwoord: Die speelkaart
Bezittelijk voornaamwoord: Onze speelkaart
Wat rijmt er op speelkaart
Oefening van de dag



