De of het tekstkaartje?
Het tekstkaartje
Is het de of het tekstkaartje
In de Nederlandse taal gebruiken wij het tekstkaartje.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: text card
Jou of jouw: jouw tekstkaartje
Buigings-e:
Mooi of mooie tekstkaartje
Groot of grote tekstkaartje
Half of halve tekstkaartje
Grappig of grappige tekstkaartje
Leeg of lege tekstkaartje
leuk of leuke tekstkaartje
Vet of vette tekstkaartje
Snel of snelle tekstkaartje
Wit of witte tekstkaartje
Klein of kleine tekstkaartje
Rood of rode tekstkaartje
Dik of dikke tekstkaartje
Oud of oude tekstkaartje
Goed of goede tekstkaartje
Wat rijmt er op tekstkaartje
Elk of elke: Elk tekstkaartje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat tekstkaartje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons tekstkaartje
Wat rijmt er op tekstkaartje
Buigings-e:
Mooi of mooie tekstkaartje
Groot of grote tekstkaartje
Half of halve tekstkaartje
Grappig of grappige tekstkaartje
Leeg of lege tekstkaartje
leuk of leuke tekstkaartje
Vet of vette tekstkaartje
Snel of snelle tekstkaartje
Wit of witte tekstkaartje
Klein of kleine tekstkaartje
Rood of rode tekstkaartje
Dik of dikke tekstkaartje
Oud of oude tekstkaartje
Goed of goede tekstkaartje
Wat rijmt er op tekstkaartje
Elk of elke: Elk tekstkaartje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat tekstkaartje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons tekstkaartje
Wat rijmt er op tekstkaartje
Oefening van de dag