De of het verplaatsen?
Het verplaatsen
Is het de of het verplaatsen
In de Nederlandse taal gebruiken wij het verplaatsen.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: move
Deutsch: sich bewegen | Bekijk of het der of die sich bewegen is.
Français: mouvement | Bekijk of het Le o La mouvement is.
Jou of jouw: jouw verplaatsen
Buigings-e:
Mooi of mooie verplaatsen
Groot of grote verplaatsen
Half of halve verplaatsen
Grappig of grappige verplaatsen
Leeg of lege verplaatsen
leuk of leuke verplaatsen
Vet of vette verplaatsen
Snel of snelle verplaatsen
Wit of witte verplaatsen
Klein of kleine verplaatsen
Rood of rode verplaatsen
Dik of dikke verplaatsen
Oud of oude verplaatsen
Goed of goede verplaatsen
Wat rijmt er op verplaatsen
Elk of elke: Elk verplaatsen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat verplaatsen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons verplaatsen
Wat rijmt er op verplaatsen
Buigings-e:
Mooi of mooie verplaatsen
Groot of grote verplaatsen
Half of halve verplaatsen
Grappig of grappige verplaatsen
Leeg of lege verplaatsen
leuk of leuke verplaatsen
Vet of vette verplaatsen
Snel of snelle verplaatsen
Wit of witte verplaatsen
Klein of kleine verplaatsen
Rood of rode verplaatsen
Dik of dikke verplaatsen
Oud of oude verplaatsen
Goed of goede verplaatsen
Wat rijmt er op verplaatsen
Elk of elke: Elk verplaatsen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat verplaatsen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons verplaatsen
Wat rijmt er op verplaatsen
Oefening van de dag