De of het visconsumptie?
De visconsumptie
Is het de of het visconsumptie
In de Nederlandse taal gebruiken wij de visconsumptie.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: fish consumption
Deutsch: Fischkonsum | Bekijk of het der of die Fischkonsum is.
Français: la consommation de poisson | Bekijk of het Le o La la consommation de poisson is.
Jou of jouw: jouw visconsumptie
Buigings-e:
Mooi of mooie visconsumptie
Groot of grote visconsumptie
Half of halve visconsumptie
Grappig of grappige visconsumptie
Leeg of lege visconsumptie
leuk of leuke visconsumptie
Vet of vette visconsumptie
Snel of snelle visconsumptie
Wit of witte visconsumptie
Klein of kleine visconsumptie
Rood of rode visconsumptie
Dik of dikke visconsumptie
Oud of oude visconsumptie
Goed of goede visconsumptie
Wat rijmt er op visconsumptie
Elk of elke: Elke visconsumptie
Aanwijzend voornaamwoord: Die visconsumptie
Bezittelijk voornaamwoord: Onze visconsumptie
Wat rijmt er op visconsumptie
Buigings-e:
Mooi of mooie visconsumptie
Groot of grote visconsumptie
Half of halve visconsumptie
Grappig of grappige visconsumptie
Leeg of lege visconsumptie
leuk of leuke visconsumptie
Vet of vette visconsumptie
Snel of snelle visconsumptie
Wit of witte visconsumptie
Klein of kleine visconsumptie
Rood of rode visconsumptie
Dik of dikke visconsumptie
Oud of oude visconsumptie
Goed of goede visconsumptie
Wat rijmt er op visconsumptie
Elk of elke: Elke visconsumptie
Aanwijzend voornaamwoord: Die visconsumptie
Bezittelijk voornaamwoord: Onze visconsumptie
Wat rijmt er op visconsumptie
Oefening van de dag