De of het wandelen?
Het wandelen
Is het de of het wandelen
In de Nederlandse taal gebruiken wij het wandelen.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: walk
Deutsch: wandern | Bekijk of het der of die wandern is.
Français: faire de la randonnée | Bekijk of het Le o La faire de la randonnée is.
Jou of jouw: jouw wandelen
Buigings-e:
Mooi of mooie wandelen
Groot of grote wandelen
Half of halve wandelen
Grappig of grappige wandelen
Leeg of lege wandelen
leuk of leuke wandelen
Vet of vette wandelen
Snel of snelle wandelen
Wit of witte wandelen
Klein of kleine wandelen
Rood of rode wandelen
Dik of dikke wandelen
Oud of oude wandelen
Goed of goede wandelen
Wat rijmt er op wandelen
Elk of elke: Elk wandelen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat wandelen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons wandelen
Wat rijmt er op wandelen
omwandelen - doorwandelen - rondwandelen -
Buigings-e:
Mooi of mooie wandelen
Groot of grote wandelen
Half of halve wandelen
Grappig of grappige wandelen
Leeg of lege wandelen
leuk of leuke wandelen
Vet of vette wandelen
Snel of snelle wandelen
Wit of witte wandelen
Klein of kleine wandelen
Rood of rode wandelen
Dik of dikke wandelen
Oud of oude wandelen
Goed of goede wandelen
Wat rijmt er op wandelen
Elk of elke: Elk wandelen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat wandelen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons wandelen
Wat rijmt er op wandelen
omwandelen - doorwandelen - rondwandelen -
Oefening van de dag