De of het wantrouwen?
Het wantrouwen
Is het de of het wantrouwen
In de Nederlandse taal gebruiken wij het wantrouwen.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: distrust
Deutsch: Misstrauen | Bekijk of het der of die Misstrauen is.
Français: méfiance | Bekijk of het Le o La méfiance is.
Jou of jouw: jouw wantrouwen
Buigings-e:
Mooi of mooie wantrouwen
Groot of grote wantrouwen
Half of halve wantrouwen
Grappig of grappige wantrouwen
Leeg of lege wantrouwen
leuk of leuke wantrouwen
Vet of vette wantrouwen
Snel of snelle wantrouwen
Wit of witte wantrouwen
Klein of kleine wantrouwen
Rood of rode wantrouwen
Dik of dikke wantrouwen
Oud of oude wantrouwen
Goed of goede wantrouwen
Wat rijmt er op wantrouwen
Elk of elke: Elk wantrouwen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat wantrouwen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons wantrouwen
Wat rijmt er op wantrouwen
Buigings-e:
Mooi of mooie wantrouwen
Groot of grote wantrouwen
Half of halve wantrouwen
Grappig of grappige wantrouwen
Leeg of lege wantrouwen
leuk of leuke wantrouwen
Vet of vette wantrouwen
Snel of snelle wantrouwen
Wit of witte wantrouwen
Klein of kleine wantrouwen
Rood of rode wantrouwen
Dik of dikke wantrouwen
Oud of oude wantrouwen
Goed of goede wantrouwen
Wat rijmt er op wantrouwen
Elk of elke: Elk wantrouwen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat wantrouwen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons wantrouwen
Wat rijmt er op wantrouwen
Oefening van de dag