De of het werkwoordsvervoeging?
De werkwoordsvervoeging
Is het de of het werkwoordsvervoeging
In de Nederlandse taal gebruiken wij de werkwoordsvervoeging.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: verb conjugation
Jou of jouw: jouw werkwoordsvervoeging
Buigings-e:
Mooi of mooie werkwoordsvervoeging
Groot of grote werkwoordsvervoeging
Half of halve werkwoordsvervoeging
Grappig of grappige werkwoordsvervoeging
Leeg of lege werkwoordsvervoeging
leuk of leuke werkwoordsvervoeging
Vet of vette werkwoordsvervoeging
Snel of snelle werkwoordsvervoeging
Wit of witte werkwoordsvervoeging
Klein of kleine werkwoordsvervoeging
Rood of rode werkwoordsvervoeging
Dik of dikke werkwoordsvervoeging
Oud of oude werkwoordsvervoeging
Goed of goede werkwoordsvervoeging
Wat rijmt er op werkwoordsvervoeging
Elk of elke: Elke werkwoordsvervoeging
Aanwijzend voornaamwoord: Die werkwoordsvervoeging
Bezittelijk voornaamwoord: Onze werkwoordsvervoeging
Wat rijmt er op werkwoordsvervoeging
Buigings-e:
Mooi of mooie werkwoordsvervoeging
Groot of grote werkwoordsvervoeging
Half of halve werkwoordsvervoeging
Grappig of grappige werkwoordsvervoeging
Leeg of lege werkwoordsvervoeging
leuk of leuke werkwoordsvervoeging
Vet of vette werkwoordsvervoeging
Snel of snelle werkwoordsvervoeging
Wit of witte werkwoordsvervoeging
Klein of kleine werkwoordsvervoeging
Rood of rode werkwoordsvervoeging
Dik of dikke werkwoordsvervoeging
Oud of oude werkwoordsvervoeging
Goed of goede werkwoordsvervoeging
Wat rijmt er op werkwoordsvervoeging
Elk of elke: Elke werkwoordsvervoeging
Aanwijzend voornaamwoord: Die werkwoordsvervoeging
Bezittelijk voornaamwoord: Onze werkwoordsvervoeging
Wat rijmt er op werkwoordsvervoeging
Oefening van de dag