De of het wijnoogstjaar?
Het wijnoogstjaar
Is het de of het wijnoogstjaar
In de Nederlandse taal gebruiken wij het wijnoogstjaar.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: wine year
Deutsch: Jahrgang | Bekijk of het der of die Jahrgang is.
Français: millésime | Bekijk of het Le o La millésime is.
Jou of jouw: jouw wijnoogstjaar
Buigings-e:
Mooi of mooie wijnoogstjaar
Groot of grote wijnoogstjaar
Half of halve wijnoogstjaar
Grappig of grappige wijnoogstjaar
Leeg of lege wijnoogstjaar
leuk of leuke wijnoogstjaar
Vet of vette wijnoogstjaar
Snel of snelle wijnoogstjaar
Wit of witte wijnoogstjaar
Klein of kleine wijnoogstjaar
Rood of rode wijnoogstjaar
Dik of dikke wijnoogstjaar
Oud of oude wijnoogstjaar
Goed of goede wijnoogstjaar
Wat rijmt er op wijnoogstjaar
Elk of elke: Elk wijnoogstjaar
Aanwijzend voornaamwoord: Dat wijnoogstjaar
Bezittelijk voornaamwoord: Ons wijnoogstjaar
Wat rijmt er op wijnoogstjaar
Buigings-e:
Mooi of mooie wijnoogstjaar
Groot of grote wijnoogstjaar
Half of halve wijnoogstjaar
Grappig of grappige wijnoogstjaar
Leeg of lege wijnoogstjaar
leuk of leuke wijnoogstjaar
Vet of vette wijnoogstjaar
Snel of snelle wijnoogstjaar
Wit of witte wijnoogstjaar
Klein of kleine wijnoogstjaar
Rood of rode wijnoogstjaar
Dik of dikke wijnoogstjaar
Oud of oude wijnoogstjaar
Goed of goede wijnoogstjaar
Wat rijmt er op wijnoogstjaar
Elk of elke: Elk wijnoogstjaar
Aanwijzend voornaamwoord: Dat wijnoogstjaar
Bezittelijk voornaamwoord: Ons wijnoogstjaar
Wat rijmt er op wijnoogstjaar
Oefening van de dag
