De of het zenderhuis?
Het zenderhuis
Is het de of het zenderhuis
In de Nederlandse taal gebruiken wij het zenderhuis.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: station house
Deutsch: Wache | Bekijk of het der of die Wache is.
Français: maison de la station | Bekijk of het Le o La maison de la station is.
Jou of jouw: jouw zenderhuis
Buigings-e:
Mooi of mooie zenderhuis
Groot of grote zenderhuis
Half of halve zenderhuis
Grappig of grappige zenderhuis
Leeg of lege zenderhuis
leuk of leuke zenderhuis
Vet of vette zenderhuis
Snel of snelle zenderhuis
Wit of witte zenderhuis
Klein of kleine zenderhuis
Rood of rode zenderhuis
Dik of dikke zenderhuis
Oud of oude zenderhuis
Goed of goede zenderhuis
Wat rijmt er op zenderhuis
Elk of elke: Elk zenderhuis
Aanwijzend voornaamwoord: Dat zenderhuis
Bezittelijk voornaamwoord: Ons zenderhuis
Wat rijmt er op zenderhuis
Buigings-e:
Mooi of mooie zenderhuis
Groot of grote zenderhuis
Half of halve zenderhuis
Grappig of grappige zenderhuis
Leeg of lege zenderhuis
leuk of leuke zenderhuis
Vet of vette zenderhuis
Snel of snelle zenderhuis
Wit of witte zenderhuis
Klein of kleine zenderhuis
Rood of rode zenderhuis
Dik of dikke zenderhuis
Oud of oude zenderhuis
Goed of goede zenderhuis
Wat rijmt er op zenderhuis
Elk of elke: Elk zenderhuis
Aanwijzend voornaamwoord: Dat zenderhuis
Bezittelijk voornaamwoord: Ons zenderhuis
Wat rijmt er op zenderhuis
Oefening van de dag