De of het zendtijdaanvraag?
De zendtijdaanvraag
Is het de of het zendtijdaanvraag
In de Nederlandse taal gebruiken wij de zendtijdaanvraag.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: airtime request
Deutsch: Airtime Anfrage | Bekijk of het der of die Airtime Anfrage is.
Français: demande de temps d'antenne | Bekijk of het Le o La demande de temps d'antenne is.
Jou of jouw: jouw zendtijdaanvraag
Buigings-e:
Mooi of mooie zendtijdaanvraag
Groot of grote zendtijdaanvraag
Half of halve zendtijdaanvraag
Grappig of grappige zendtijdaanvraag
Leeg of lege zendtijdaanvraag
leuk of leuke zendtijdaanvraag
Vet of vette zendtijdaanvraag
Snel of snelle zendtijdaanvraag
Wit of witte zendtijdaanvraag
Klein of kleine zendtijdaanvraag
Rood of rode zendtijdaanvraag
Dik of dikke zendtijdaanvraag
Oud of oude zendtijdaanvraag
Goed of goede zendtijdaanvraag
Wat rijmt er op zendtijdaanvraag
Elk of elke: Elke zendtijdaanvraag
Aanwijzend voornaamwoord: Die zendtijdaanvraag
Bezittelijk voornaamwoord: Onze zendtijdaanvraag
Wat rijmt er op zendtijdaanvraag
Buigings-e:
Mooi of mooie zendtijdaanvraag
Groot of grote zendtijdaanvraag
Half of halve zendtijdaanvraag
Grappig of grappige zendtijdaanvraag
Leeg of lege zendtijdaanvraag
leuk of leuke zendtijdaanvraag
Vet of vette zendtijdaanvraag
Snel of snelle zendtijdaanvraag
Wit of witte zendtijdaanvraag
Klein of kleine zendtijdaanvraag
Rood of rode zendtijdaanvraag
Dik of dikke zendtijdaanvraag
Oud of oude zendtijdaanvraag
Goed of goede zendtijdaanvraag
Wat rijmt er op zendtijdaanvraag
Elk of elke: Elke zendtijdaanvraag
Aanwijzend voornaamwoord: Die zendtijdaanvraag
Bezittelijk voornaamwoord: Onze zendtijdaanvraag
Wat rijmt er op zendtijdaanvraag
Oefening van de dag



